De circulaire economie komt er niet vanzelf. Het is hard werken en er is visie voor nodig. Het vergt het vinden en inzetten van instrumenten die werken, zoals de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid bij autobanden. En we moeten belemmeringen weg nemen. Vivianne Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, heeft haar gedachten bij wat zij met haar ministerie en wat de sector kunnen bijdragen, zo bleek in een exclusief interview dat RecyBEM met haar had. "Het ministerie is aan zet om onnodig belemmerende wet- en regelgeving te verbeteren. De sector is aan zet om geschikte toepassingen te vinden."
De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden wordt ingevuld door RecyBEM. Wat zijn uw verwachtingen wat betreft de invulling van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden richting 2030?
"Ik ben tevreden met de huidige werking van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van autobanden. Het systeem waarbij een oude band kosteloos kan worden ingeleverd bij aankoop van een nieuwe band laat in de praktijk goede resultaten zien. Er zijn daarentegen ook verbeterpunten richting het kabinetsdoel dat in 2050 Nederland geheel circulair is. Om de transitie naar een circulaire economie te maken zullen voor alle materiaalstromen nog extra stappen genomen moeten worden, waaronder stappen hoger op de R-ladder. Via de R-ladder wordt aangegeven hoe circulair de behandeling van een materiaal is. Daarbij kan gedacht worden aan hergebruik van banden, loopvlakvernieuwing of innovatieve recyclingmethoden die kans bieden het materiaal nog optimaler te benutten. Dit moet de sector in samenwerking met het ministerie richting 2030 vorm gaan geven."
Hoe ziet u hierin de huidige verwerkingsresultaten?
"RecyBEM heeft de afgelopen jaren een overschot aan schrotbanden ingezameld en gerecycled waarmee volgens RecyBEM's rapportage in 2020 alleen al 81,9 kiloton CO2-uitstoot is voorkomen. Dat materiaal is grotendeels in de productieketen gebleven. De huidige verwerkingsresultaten tonen daarbij aan dat RecyBEM meer banden inzamelt en verwerkt dan op de markt worden gebracht. Na opruiming van de historische voorraad aan banden wijst dit erop dat het systeem nog niet waterdicht is. Er wordt nog niet voor alle banden die worden verwerkt een afvalbeheerbijdrage betaald. Dit zijn bijvoorbeeld banden die in het RecyBEM-systeem belanden maar daar niet thuishoren of juist banden waarvoor bij de import of marktplaatsing – mede via online winkels – geen afvalbeheerbijdrage is afgedragen. Het is belangrijk om het systeem te blijven verbeteren. Dat vereist continue aandacht van zowel RecyBEM als uitvoerende instantie als van het ministerie als systeemverantwoordelijke."
Pyrolyse en devulcanisatie zijn twee bekende technologieën-in-ontwikkeling om rubber als grondstof uit autobanden te herwinnen. Hoe denkt u dat de verdere ontwikkeling van technologie een boost kan krijgen?
“Pyrolyse en devulcanisatie zijn interessante technieken voor de toekomst. Rijkswaterstaat heeft dit jaar een onderzoek gepubliceerd naar de mLCA van verschillende verwerkingsalternatieven voor banden [link https://lap3.nl/achtergrond/documenten/overige-afvalstromen], waaronder pyrolyse en devulcanisatie. Via een mLCA-studie kan de levenscyclus van een materiaal in kaart gebracht worden over maximaal drie opeenvolgende gebruikscycli. Zo krijgen we goed zicht op de milieu-impact van verschillende recyclingopties. Reclaiming is al een bewezen techniek voor vrachtwagenbanden en ook de pilotprojecten met betrekking tot devulcanisatie van vrachtwagenbanden zijn veelbelovend. Ik denk dat meer onderzoek naar de toepasbaarheid hiervan op autobanden, zoals gedaan wordt aan de Universiteit Twente, de technologie een boost kan geven. Voor pyrolyse geldt natuurlijk dat er al meer succesvolle pilot-projecten met autobanden hebben plaatsgevonden. Het is nu van belang de pilotprojecten uit te breiden naar grotere verwerkingscapaciteit. Een ontwikkeling die ik gelukkig al in de markt zie plaatsvinden.” Herwonnen rubber uit autobanden zou – als we circulariteit echt willen bevorderen – hét alternatief moeten worden voor virgin rubber. Hoe kijkt u daar naar? “In een circulaire economie moeten we uiteindelijk als maatschappij zoveel mogelijk overstappen van primaire naar secundaire grondstoffen. Als virgin rubber veilig vervangen kan worden door gerecycled rubber uit autobanden dan juich ik dat toe. Wel moet het gerecyclede materiaal voldoen aan de product- en veiligheidseisen voor het product waar het vervolgens weer in wordt toegepast. Herwinnen van rubber kan soms een uitdaging vormen zeker door de technische samenstelling van de meeste autobanden die vaak meer silica bevatten ten opzichte van bijvoorbeeld vrachtwagenbanden waar vaak meer natuurrubber in zit. Daarnaast gaat het bij de verwerking van autobanden niet enkel om het rubber, ook de herwinning van zwartsel en metaal zijn van belang."
Ziet u mogelijkheden om de inzet van gerecycleerde grondstof te stimuleren?
"Er wordt door het ministerie en de sector hard gewerkt om het inzetten van recyclaat in het algemeen te verbeteren. Bijvoorbeeld via het stimuleren van de circulaire economie via het inkoop- en aanbestedingsproces. Op Europees niveau gebeurt het middels het Europees productbeleid waar onder meer recyclede content en recyclebaarheid van producten aan de orde komt. Ook via Green Deals stimuleert het Rijk de vraag naar recyclaat door in te zetten op minimumpercentages recyclaat in nieuwe producten zoals bij de Denim Deal. Kwaliteit van het recyclaat blijft echter een grote rol spelen, we moeten collectief streven naar steeds meer en betere en vooral hoogwaardige recycling. Om dat te bereiken is het ook van belang om bij de ontwerpfase van een product al na te denken over de afvalfase. Als producten zo ontworpen worden dat deze hoogwaardig te recyclen zijn dan zorgt dat er uiteindelijk voor dat meer materiaal behouden blijft voor de productieketen."
Wat verwacht u van de industrie, stakeholders en de wetenschap op dit punt?
"De transitie naar een circulaire economie maken we met alle stakeholders zoals industrie, wetenschap, alle overheidslagen en andere belanghebbenden samen. We hebben elkaar daarin nodig. De praktijkervaringen van onder andere recyclers en inzamelaars met het gemaakte beleid-, wet- en regelgeving is belangrijke input voor mij."
Een andere uitdaging is deze: het vinden van nieuwe toepassingen om die recyclede grondstof in te gebruiken. Wat kan of moet de overheid hierin doen? En wat verwacht u van de industrie, stakeholders en de wetenschap op dit punt?
"Ik zie dat ook hier een uitdaging ligt voor de circulaire economie. De nieuwe recyclingtechnieken die zich aandienen, zoals pyrolyse en devulcanisatie, maar ook andere opties, bieden kansen voor nieuwe afzetmarkten omdat er een ander soort recyclaat ontstaat. Dit recyclaat, bijvoorbeeld zwartsel, is geschikt voor hele andere toepassingen dan bijvoorbeeld ambient of zelfs cryogeen granulaat. Daarnaast moeten we oog blijven houden voor de kwaliteit om downcycling te voorkomen. Daarvoor zijn inspanningen nodig in de gehele producten afvalketen om bijvoorbeeld vervuiling of stoffen die het recyclingproces verstoren tegen te gaan. Het is bij alle toepassingsvormen wel van belang dat de toepassing veilig is voor mens en milieu. Het ministerie is daarbij aan zet om onnodig belemmerende wet- en regelgeving te verbeteren. De sector is aan zet om geschikte toepassingen te vinden."